Nov.- Dec. 2019, Australië
Voor we naar Australië kwamen dachten we in eerste instantie om 6 maanden op de boerderij te verblijven en daarna nog een hele tijd in Australië rond te trekken met een camperbusje. Maar aangezien we de boerderij beperkt hebben tot 3 maanden en we begin februari al terug naar België vliegen kwamen we pal in de Australische zomer (nov, dec, jan, feb) terecht om op ontdekkingstocht te gaan. Dat had wel een aantal gevolgen aangezien we niet in temperaturen van 40+ door de ‘outback’ wilden crossen. We moesten dus iets koelere oorden proberen te vinden. Uiteindelijk leek het ons het beste om onder Sydney te blijven en stillaan richting Melbourne en daarna Tasmanië af te zakken. Een goed plan zo bleek. We hebben nog maar een 6-tal hitte dagen gehad van 40 graden. De rest van de tijd is het op het vaste land tussen de 20 en de 30gr met koudere nachten tussen de 12 en de 19gr, maar voornamelijk alle dagen zon! En hiermee hebben we ook de bosbranden weten te ontlopen omdat we telkens meer naar het zuiden zakten, als de temperaturen begonnen te stijgen.
Na ons bezoek aan het centrum van Sydney hebben we een week op een hond, een kat en een huis gepast in de westelijke buitenwijken. Dat was heel fijn, maar daarover in een later verhaal meer.
We hadden tijdens die dagen de tijd om onze volgende trip te regelen. We huurden een iets grotere Jucy auto en kregen er gratis een daktent bovenop. We keken op de kaart en bepaalden waar we onze route zouden starten. Onze eerste stop zou de Blue Mountains worden, ten westen van Sydney, op aanraden van Joyce en Kim, onze bevriende reizigers, die trouwens op dit moment in Mexico zitten. Interesse in hun verhaal?
Na de Blue Mountains zouden we wel zien, maar in ieder geval naar het zuiden. Tegenwoordig reizen we meer en meer door aan vrienden, toevallige ontmoetingen of de vriendelijke mensen van de informatie centra, advies te vragen. Die geven veel meer persoonlijke ervaringen mee dan je uit een reisgids kan halen. En ik weet niet wat dat in Australië is, maar we hebben nog nooit zolang en zoveel gepraat in een infocenter dan op deze roadtrip. Zo’n vriendelijke gepassioneerde en praatgrage Australiërs. Echt tof!!
Eens aangekomen in de Blue Mountains hadden we eerst zoiets van ...wat is hier zo bijzonder aan? Hier is toch niets te zien? Waar zijn die bergen? Tot we de volgende dag op aanraden van onze gastvrouw een wandeling maakten naar de Wentworth Falls. Toen begrepen we waarom iedereen zo enthousiast is over deze streek. Je moet niet op zoek gaan naar bergen boven je, maar naar diepe kloven onder je! Met andere woorden, de dorpen en de weg lopen over de kam en om de kloven, kliffen en uitzichtpunten te zien, moet je dus naar de rand en die is niet te zien vanaf de weg!
We genoten er van mooie wandelingen langs diepe kloven en soms steile trappen, prachtige watervallen en de wereldberoemde ‘Three Sisters’. Ook stonden we regelmatig oog in oog met wat inheemse dieren: de grote geelkuifkaketoe, bontgekleurde rosella’s (soort papegaai/parkiet), een grijze kangoeroe en haar jong, een echidna (mierenegel) en de vreemd ogende leura (een soort kip/fazant met een lange staart).
We lieten na 5 dagen de Bleu Mountains achter ons en zetten koers richting Kangeroo Valley. En zoals de naam al doet vermoeden hebben we hier inderdaad kangoeroes gezien. Maar niet alleen kangoeroes, ook wombats! Op de camping waar we stonden, graasden er bij valavond een hoop van de schattige harige beestjes, waar je echt naar kan blijven kijken. Zij storen zich niet aan mensen, ze grazen gewoon door.
En omdat we dus een daktent op onze auto hadden, besloten we om die eens uit te proberen. En wat bleek, heel comfortabel, zacht en voldoende groot! Die zouden we de rest van de trip nog bijna elke nacht gebruiken. En een pak goedkoper dan altijd een kamer te zoeken!
Tijdens een koffiepauze geraakten we aan de praat met een Australische vrouw die ons een hoop tips en zelfs haar telefoonnummer gaf ivm de bosbranden die meer zuidwaarts woedden. Ze liet ons een app installeren ‘fire near me’ om te weten waar er branden zijn en hoe ze evolueren, ze zei ons dat de A1, de kustweg verder naar het zuiden, afgesloten was wegens die serieuze bosbrand daar en vertelde ons om toch erg voorzichtig te zijn. Want een brand is hier blijkbaar zo begonnen in deze oooh zo droge regio. We bedankten haar uitvoerig en waren blij met deze ontmoeting.
We vervolgden onze weg naar de kust, maar wisten dus nu al dat we die niet verder naar beneden konden rijden. Maar dat we onze weg richting Melbourne via het binnenland zouden moeten verderzetten.
We waren blij na de stad en de bergen weer eens de zee te zien in Huskisson! EN wat voor een zee, zooooo blauw en zo’n witte stranden. Echt prachtig. We bewandelden een groot deel van deze Jervis Bay en genoten van de zon, het strand en het afkoelende zeewater tussen onze tenen. Plezant!
Onze volgende stop was Bendalong, een ander kustdorpje waar we pijlstaartroggen in het ondiepe kustwater konden spotten. Geweldig toch! Maar toen we kampeerden in Bendalong begrepen we wel waarom we de kustweg verder naar het zuiden niet zouden kunnen nemen. Er hing zelfs hier, nog vele kilometers verwijderd van de vuurzee al een hele dichte rookwalm. Heel vreemd gevoel.
De volgende dag reden we dus van de brandhaarden weg, het binnenland in. We hadden in het infocenter een mooie alternatieve route meegekregen die ons in de richting van Canberra zou sturen, langs een hele mooie, landelijk en rustige regio. Maar wat ons wel heel erg opviel was dat het hier heel erg droog was, ...en warm!
Misschien weten jullie het niet maar Canberra is sinds 1908 de hoofdstad van Australië, en niet Melbourne of Sydney zoals men wel eens denkt. Dit werd beslist omdat de 2 andere steden allebei heel erg streefden naar deze titel. Maar om hevige discussies en onrust te vermijden heeft men in midden van beide rivaliserende steden, en ook een beetje in 'the middle of nowhere' trouwens, met Canberra een geheel nieuwe hoofdstad uit de grond gestampt. Het is een heel rustige, kleine, heel erg groene en open stad. We hebben er een toertje met de auto gemaakt en dat zonder file!! Ongelooflijk! Welke hoofdstad kan je, de dag van vandaag, nog rustig met de auto verkennen? Dit komt waarschijnlijk omdat er niet zo heel veel mensen wonen en het vooral een politiek centrum is.
We verlieten Canberra en reden tussen glooiende geelbruine heuvels met hier en daar iets fel groen, nl. wijngaarden. Zo belanden we uiteindelijk in Tumut, waar het eindelijk weer heel wat groener was, natuurlijk groen! We bevonden ons namelijk aan de rand van het Mount Kosciuszko Nationaal Park met de hoogste berg van Australië, 2.228m hoog, waar nog duidelijk sneeuw op lag! Een heel vreemd zicht na vele km door een droog landschap gereden te hebben!
Na nog een interessante babbel en leuke tips in het infocenter, vonden we een mooie (gratis) kampeerplek met toiletten aan het Blowering Reservoir, een gigantisch stuwmeer! En het werd een pracht van een avond! Terwijl de zon onderging kregen we een prachtig rood-roze-oranje lichtspektakel en kwamen de kangoeroes in grote getale al springend de berghelling af richting het water. Vlak voor onze neus! Wat een fantastische ervaring! Dit zullen we niet snel vergeten…
We verkenden al wandelend nog een beetje van de zeer mooie en groene streek en kwamen uiteindelijk op een camping in Beechworth terecht. Waar we voor het eerst misschien een koala konden spotten? We maakten een wandeling, keken omhoog, keken omlaag, maar vonden geen koala’s. Gelukkig hadden we later meer geluk!
Aan vliegen hadden we die dag echter geen gebrek! Ze zaten overal! In onze ogen, oren en neusgaten, heel vervelend is dat. Maar het zal niet de laatste keer zijn dat we al zwaaiend met onze armen een wandeling maken…in sommige streken en op sommige momenten is het echt een pest! Maar blijkbaar zijn het voor Australië echt wel nuttige beestjes. Het zijn opruimers! En een geluk bij een ongeluk, ze bijten niet zoals muggen of zandvliegen!
De volgende 2 dagen maakten we wat kilometers om de Great Ocean Road te bereiken iets ten oosten van Warrnambool. In een aantal dagen verkenden we deze ‘Road’ van west naar oost. En zoals de naam al doet vermoeden is het een zeer mooie en vaak adembenemende kustweg, met prachtige vergezichten, kliffen en rotsformaties in de zee, watervallen, regenwouden, schattige koala’s, rustige stranden, gezellige dorpjes en niet te vergeten de TOP-attractie: de 12 Apostelen. Hier moesten we ons wel een weg banen tussen de andere, vooral Aziatische, toeristen om een glimp op te vangen van de wereldberoemde pilaren in de zee. 12 zijn het er niet, het is namelijk een spel van komen en gaan door erosie, maar het is wel een fantastisch schouwspel.
Heel vreemd misschien, maar voor ons was de TOP-attractie van de Great Ocean Road het Lake Elizabeth nabij het dorpje Forrest. Vooral omdat we niet zagen aankomen wat we gingen zien. We wandelden richting het meer, voornamelijk om te proberen een platypus te zien, een vogelbekdier. Dat is ons niet gelukt, maar het meer had iets heel bijzonders, iets mysterieus! Vooral om dat er een aantal dode bomen in het water stonden en het er zoooo rustig en vredig was. Niemand te zien, alleen de natuur en wij.
De laatste 2 dagen voor we richting Melbourne moesten om onze auto terug in te leveren, logeerden we nog bij Brie, Richard en hun 2 kids in Winchelsea. Nicolas ontmoette Brie in 2012 in India en bleef contact houden. Het was een fijn weerzien en vele verhalen en anekdotes over vroegere reizen werden opgehaald. Dankjewel voor de fijne en warme ontvangst en het lekkere eten! Tot later, ergens,…
Heel vaak in Australië krijg je het gezelschap van de op een grote ijsvogel lijkende Kookaburra. Hetzij kabaalmakend in de ochtend boven je tent, hetzij lekker kwebbelend op de achtergrond tijdens het avondeten. Maar als je hem hoort, dan is je dag meteen goed. Het bijzondere geluid dat hij voortbrengt, noem het maar lachen, werkt echt als een goede lachsessie.
... en de koala's ...? Ja hoor, we zagen er uiteindelijk een tiental, waar van 2 van behoorlijk dichtbij :) ... en nee, niet in een zoo ;)
0 Reacties
|