April 2019, Sabah, Borneo, MalaysiaSelamat Datang Allemaal Onze motor geraakte uiteindelijk vlotjes verkocht in Laos en is op dit moment waarschijnlijk terug richting Vietnam aan het rijden, weliswaar met iemand anders op haar rug. We wensen haar en haar nieuwe metgezel veel plezier en weinig garagebezoeken!
Waar denk JIJ aan bij het land Borneo? Juist ja… Indiana Jones & Lara Croft-gewijs met een machete in de hand doorheen een oneindig regenwoud stuntelen, een enorme biodiversiteit en natuurlijk ook aan onze oranje neven, de Orang-Oetans. TUUUT TUUUT TUUUT!!! Wakker worden aub!! Want hier klopt spijtig genoeg nog weinig van. Er is zeker nog regenwoud, alsook wonen onze langharige broeders er nog, maar een groot deel van dit eiland is ontbost. De groene ondoordringbaarheid heeft plaats moeten maken voor palmolie plantages. Veel plantages!! Kilometers lang en hectaren groot. HEEEEL TRIEST om te zien. Enkel hier en daar nog een plukje, minder toegankelijk gebieden in het midden en de beschermde nationale parken zijn nog regenwoud, en dan vaak nog niet allemaal oer-oud-woud. De laatste 20 jaar steeg de aanplanting van palmolie plantages sterk en liep deze gepaard met illegale houtkap en smokkel in exotische dieren, waaronder de orang-oetan. Bij onze eerste busrit door dit land zijn we spijtig genoeg weer een illusie armer geworden. Nicolas gooit zijn Indy-hoed op de achterbank en ik ontrafel mijn Lara-vlecht. Borneo is niet meer wat we dachten dat het zou zijn... Gelukkig zijn er de beschermde reservaten en de rehabilitatie centra voor o.a. orang-oetans en Maleisische zonneberen. Die hebben we dan ook bezocht. Maar eerst even over Kota Kinabalu, KK dus. Hier kregen we al een klein voorsmaakje van de onaangename verrassingen die Borneo te bieden heeft. Na een 3u durende vlucht vanuit KL kwamen we aan op Borneo. De vochtige tropische hitte kwam ons al tegemoet, gelukkig was het maar een 29gr. We hoopten op een bus richting ons hotel, een 18km verderop gelegen, en dachten snel onder onze douche te kunnen staan. Maar niets was minder waar. We kwamen al snel in een gigantische file terecht. En wij die dachten dat we in een klein stadje aan het begin van de groene zuurstoflong zouden landen. Hahaha, nee hoor! Het was een grote, drukke uitdijende stad met verschillende winkelcentra, grote moskeeën en een populatie van meer dan 500.000 inwoners waarvan vermoedelijk het merendeel allemaal een auto heeft ...en dan leidt dit natuurlijk tot 1,5u aanschuiven in een oververhitte bus voor slechts een beperkt aantal km! Welkom in Sabah, Borneo ;-) Maar laat je niet ontmoedigen, we hebben hier een fantastische tijd gehad. We zagen op 5 dagen nog nooit zoveel exotische zoogdieren, reptielen, vogels, insecten, bloemen en torenhoge bomen! En daar hebben we dubbelhard van genoten. Onze uitvalsbasis was Sepilok. Een plaatsje 250km ten oosten van KK, vlakbij Sandakan en de Sulu Zee. Het is DE uitvalsbasis om orang-oetans te zien in hun nog ietwat natuurlijke habitat. Het rehabilitatiecentrum ligt aan de rand van het regenwoud en er worden orang-oetans opgevangen die gewond, zwak of wees zijn, of die als huisdier werden gehouden. Ze worden er medisch gescreend, verzorgd en opgeleid met als doel ze klaar te stomen voor een leven terug in het oerwoud, daar waar ze thuishoren. Weesjes moeten bijvoorbeeld eigenlijk 5 tot 6 jaar bij hun moeder blijven eer ze alle kneepjes van de jungle kennen om vervolgens alleen te kunnen overleven. Die taken zijn nu dus hoofdzakelijk voor de verzorgers en de al oudere aanwezige ‘mensen vh woud’, want dat betekent orang-oetan uiteindelijk. De kleintjes worden nog afgeschermd van de echte jungle, maar je kan ze wel in een apart domein zien buitelen en rollen over de grond om vervolgens acrobatisch in de touwen te hangen! Schitterend om te zien! En zoveel gelijkenissen met onszelf! De blikken, de handelingen, de inventiviteit... 96% van ons DNA komt dan ook met hen overeen. Omdat hun leefgebied niet zo uitgebreid meer is, wordt er op een speciaal platform in het regenwoud 2 voedersessies per dag gehouden om de wilde apen van extra nutriënten te voorzien. Op deze 2 momenten mogen bezoekers het woud in om onze oranje vrienden en eventuele aanverwanten, gade te slaan. Ze komen zeker niet in massa en ook de grote mannetjes komen er zelden. Het zijn vooral de snotapen (kon de woordspeling niet laten ^^) en zogende mama-oetans die opdagen voor de extra portie energie! Wij zagen per sessie een 3-tal orang-oetans. En het is echt een kippenvel moment als je een oranje haarbal door de bomen ziet zwieren en zich te goed komt doen aan de klaargelegde bananen en ander lekkers. En als die mensenhandjes de bananen pellen zoals wij dat doen (wel, niet zoals wij want wij doen het fout :p Je moet het steeltje vasthouden en aan het andere einde beginnen pellen) ...verschijnt er spontaan een glimlach op je gezicht... Hier vlakbij hebben we ook het conservatie centrum voor de Borneo Sun Bear bezocht. Hier worden geredde beren opgevangen en getracht om ook hen weer voor een jungleleven klaar te krijgen. Ook de speelse knuffelberen zijn zeker je bezoekje waard.
Na wat zoek- en vergelijkwerk hebben we uiteindelijk ook nog een safari geboekt op de Kinabatangan rivier nabij het dorpje Bilit, ten zuidoosten van Sepilok. We verbleven er 2 nachten in het Borneo Natural Sukau Bilit resort. Tijdens ons verblijf maakten we 4 boottochten, 2 junglewalks ’s nachts en eentje overdag. Een fantastische en unieke ervaring. We zagen vele apen, waaronder de orang-oetan, proboscis (neusapen), langoeren en makaken. Ook konden we verschillende soorten ijsvogels en prachtige hornbills, oftewel neushoornvogels, spotten. Als top of the hornbill zagen we op onze laatste boottrip een enorme zoutwater krokodil van ruim 2,5m tot 3m! Dan wil je echt niet in het water vallen!! Ook de vele en vreemde insecten die we zagen op onze nachtelijke wandelingen waren verbluffend! Een reden dat we hier zoveel gezien hebben, is natuurlijk een gevolg van de grootschalige ontbossing. Elk wezen leeft noodzakelijk teruggedrongen op de nog resterende kleine ruimte langs de waterkant. De palmboeren moeten in principe een corridor van 100m laten, maar het is overduidelijk dat sommigen daar hun spreekwoordelijke laars aan lappen. Moet je dan uit protest dit stukje natuur niet bezoeken? Misschien… maar dan vrees ik dat ook dit lapje oerwoud eraan moet geloven, inclusief zijn bewoners. En de medewerkers en gidsen van de tochten zijn zich zeker bewust van de situatie, dus het zou zonde zijn om het links te laten liggen. Misschien moeten we er eerder over nadenken om de vernietigende palmolieindustrie van thuis uit te boycotten en op deze manier het resterende stukje oer-erfgoed dat er nog is, te redden. Na een 5-tal dagen in de nabijheid van het regenwoud vertrokken we terug met de bus doorheen het deprimerende palmoliepalmbomenlandschap naar KK. We hadden hier gemakkelijk nog een week langer kunnen blijven om elke dag weer iets anders te spotten. Onze ogen waren er nu een beetje op getraind en het gaf een fijn gevoel om af en toe zelf iets als eerste te zien of te herkennen ;) Maar we moesten verder. Hopelijk krijgen we later ergens in Sarawak ook nog de kans om te genieten van deze enorme biodiversiteit. Je kan hier trouwens ook vrijwilligerswerk doen voor de geïnteresseerden...zowel bij de orang-oetans als bij de beren. Je betaalt hier wel een behoorlijk bedrag voor, maar het is natuurlijk ook een unieke ervaring denk ik. Dit moeten we misschien wel even in ons achterhoofd houden... Interessante links
4 Reacties
|